maandag 27 mei 2013

Priorij Gods Werkhof in Werkhoven.
Bed & breakfast Klein Groenbergen,Leersum

In de jaren '50 werd midden in de Kromme Rijnstreek iets bijzonders gebouwd; een slotklooster: Gods Werkhof.
Op een zonnige winterzondagmiddag rijd ik naar de Hollendewagenweg in Werkhoven en bezoek de open dag van Gods Werkhof.


Eert elkander in God 

was de lijfspreuk van de  13 - 20  Augustijnessen wonende in het slotklooster Priorij Gods Werkhof, de naam associeert met de naam van het dorp Werkhoven naar een idee van zuster Thefoor.

Zestig jaar geleden verbaasde niemand zich erover als een meisje koos voor het kloosterleven. Wonen in een slotklooster betekent gescheiden zijn van mensen, leven in stilte achter tralies, zelfs dubbele tralies, nooit praten over jezelf, je eigen talenten vergeten, vasten en op vaste uren bidden voor de medemens.

In 1946 wordt in Maarssen een communiteit met 9 zusters opgericht, alles naar de richtlijnen van de orde van Augustines. Augustijnen wijden hun leven aan gebed, studie en dagelijks werk in huis en tuin, zingen Gregoriaanse liederen over armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid.
Het herenhuis dat dienst deed als slotklooster werd al gauw te klein voor zoveel zusters. In 1953 stelt boer R.V. uit Werkhoven grond beschikbaar voor de bouw van een klooster precies op de grens van het vroegere Romeinse Rijk(en bedong wel een eigen pad en achteringang naar de kapel).
Architect Jan Drummen ontwierp dit klooster in stijl van de Delftse school en het gebouw wordt in 1960 geopend. Als je nu een bezoekje brengt aan dit klooster- regelmatig staat de deur open en is de tuin open- ervaar je zelf dat dit een plek is van ongekende schoonheid, licht, ruimte en rust.
Door gebruik van aardse kleuren, natuurlijke materialen, zachtere houtsoorten en leem op de muren is er een serene, zachte sfeer ontstaan.  De hoge stalen boogramen brengen een overvloed aan licht naar binnen.


Zuster Theofoor, in het dagelijks leven kunstenares Ans van Zeijst, heeft grote invloed gehad op de vormgeving van het gebouw, de tuin en het interieur, meubels en koorbanken van Afrikaans Afzeliahout, kandelaars en traliewerk. Ook schilderde zij, bakte aardewerk, ontwierp de mooiste wandkleden, kalenders en brochures. Ook ontwierp zij habijten en liturgische gewaden, in opdracht voor vele andere kloosters en kerken. Dit werk was een bron van inkomsten.
De kapel, ,het spirituele hart is onveranderd gebleven.



Er zijn geen eisen gesteld voor intreding in een slotklooster, je moet je geroepen voelen. Ook vandaag de dag zijn er legio mensen die die ineens weten welke weg ze willen gaan. Het gebruik om zusters van de buitenwereld af te schermen met tralies dateert van lang vervlogen tijden. Het waren jonge vrouwen, maagden nog, die het klooster in gingen. Om hen te beschermen tegen mannen met kwade bedoelingen werden kloosters voorzien van tralies. Toch zeggen zusters zelf nooit last te hebben gehad van deze tralies, ook niet als een paar keer per jaar familieleden op bezoek kwamen. Een zuster leefde in een eigen kamertje van 2,90 x 2,90, eerst sliep men nog op planken en een gevulde strozak, later kreeg iedere bewoner een eigen bed, in de jaren '90 kreeg men ook een eigen badkamer. Alle slaapkamers zijn vernoemd naar bomen en heesters die groeien in de tuin rondom het klooster, 64 verschillende soorten. Men was vrijwel zelfvoorzienend door verbouw van groenten en fruit, in de grote keuken werd ook dagelijks brood gebakken. Zeven boeren uit de omgeving brachten om beurten melk, aardappels, eieren, hazen, duiven etc.. De buitenzuster nam alles in ontvangst, legde de producten vervolgens in een grote draaikast en draaide deze door naar het gesloten deel. Zusters kwamen alleen in de bewoonde wereld wanneer er een afspraak was bij de tandarts en wanneer men moest stemmen. Elke zondagmiddag om 13.00 uur snelde alle zusters naar de gemeenschapsruimte om te luisteren naar Mr.G.B.J Hilterman met "De toestand in de wereld" via de AVRO. Dit was HET moment  om een klein beetje op de hoogte te blijven van wat er in de wereld speelde. Elke zuster had gedurende een jaar haar eigen "ambtje"; was je net goed ingewerkt bijv. in de keuken kon je weer naar iets anders. Doel: niet te gehecht  raken aan eigen werkzaamheden....................... 
Het tweede Vaticaans concilie in 1964 leidt tot meer openheid en is bekend geworden als de kerkvergadering van het "aggiornamento" het bij de tijd brengen -moderniseren - van de kerk zelf. Vanaf 1965 werden tralies langzaamaan verwijderd en de liturgie veranderde van  Gregoriaans/Latijn  in begrijpelijk Nederlands. Ook mogen de zusters een studie buiten de  deur volgen en familie bezoeken.
In de jaren '70 bezoeken steeds meer mensen de priorij, er ontstond verbondenheid. Vanuit die ontmoetingen ontstond de Werkhofgemeenschap, een oecumenische groep mensen die elkaar nog steeds ontmoeten, één met elkaar, één met God, één met de aarde.
In de jaren '90 worden de zusters ouder en men besluit dat dit slotklooster een andere bestemming moet krijgen.

Na lang zoeken komen zij in contact met een organisatie die respectvol met de gebouwen om kan gaan en het gedachtegoed voort kan zetten: ontmoetingsplaats Samaya. Dit woord komt oud de oudste taal het Sanskriet en betekent plek van ont-moeten  niets moeten. Nu wordt het gebouw gebruikt voor lezingen,vergaderingen, allerlei bijeenkomsten voor particulieren en bedrijfsleven, concerten, meditatiecursussen, stilte weken voor jong/oud en is dit slotklooster tevens trouwlocatie. Elke zondag kan men een oecumenische viering bijwonen.
En het mooie is; het is nog steeds een plek van schoonheid, licht, ruimte en rust.

De lijfspreuk van ontmoetingsplaats Samaya is: Eert elk ander in God.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten